REGLEMENT

1. De Carnavalscantus wordt in goede banen geleid door de artiesten en de cantusleiding. Dus goe luustere!

2. Het voornaamste is lekker hard mee lallen met vrolijke feestnummers. Iedereen krijgt een zangbundel, dus “ik ken de tekst niet” is helaas geen smoesje dit keer.

3. Na ieder nummer brengen we een toost uit. Want ja, met een schorre keel kende nie zingen… Ein Prosit!

4. Tijdens het zingen mag je niet drinken en tijdens het drinken mag je niet zingen. Simpel, toch?

5. Op de tafels en banken staan doen we maar ff niet, net als met bier gooien. A. Das sund. En B. D’r staat duur apparatuur.

6. Pissen doen we in de pauzes. De mensen met een zwakke blaas kunnen een plasketting krijgen, om stiekem toch tussendoor te gaan. Net als vruuger op de basisschool…

7. Bier halen mag je alleen met de daarvoor bestemde bier-hoed op je kop. Lekker grote pitchers, dus horeca-ervaring is niet nodig.

8. Mocht je die regels nou allemaal te moeilijk vinden, dan kan het zijn dat de cantusleiding je een passend straf-atje oplegt. Of misschien zelfs wel je hele tafel. Ja la la la la la la la la la laaaaaaa, atje voor de sfeer!

9. We beginnen traditiegetrouw met de eerste en zesde strofe van het Wilhelmus. Allen staand en met de rechterhand op de linkertiet.

10. Uiteindelijk heeft de cantusleiding altijd gelijk. Net als de juf, en je ouders, en de scheidsrechter bij dammen, enzo.

11. Maak plezier en breek de tent af. Figuurlijk dan, want anders straf-atje, wittewel.